Deze bar ligt wat verstopt in een zijstraatje tussen het treinstation en het historische centrum. De familie Jiménez uit Granada opende Almijara in 1989 en houdt van tradities. Bij een drankje krijg je een tapa van het huis aangeboden. De crestitas – een soort van mini-hamburgers, staan bij het binnenkomen al te pronken op de toog.
Kok José Andrés Jiménez roert af en toe nog samen met zijn moeder Mari Carmen in de potten. Toen de crisis uitbrak staakte hij zijn studies om mee de schouders te zetten onder de zaak van zijn ouders die met pensioen wilden gaan. Als autodidact ging hij op zoek naar nieuwe invloeden en in de leer bij een jonge generatie koks. Het samenspel van twee generaties vertaalt zich in het interieur, de borden en de gerechten. Ingrediënten van de lokale markt worden gecombineerd met elementen uit de fusionkeuken. Een schuimpje van kimuchi bedekt de patatas bravas , het spiesje van lams wordt met ras-el-hanout gekruid en de ossenstaart krijgt een thaise toets.
De gemarineerde ansjovis wordt op een originele manier gepresenteerd en verwijst naar de jeugdherinneringen in de wijk Perchel toen vis nog aan de wasdraad werd gedroogd.
José Andrés Jiménez kreeg ondertussen ook erkenning van zijn professioneel geschoolde collega’s en werd door hen opgenomen in het gastronomische genootschap EuroToques.

Bar Almijara
Pasaje San Fernando 3 – Málaga